Toch smaakt ze niet zo zoet als hij had gehoopt. Zijn partij komt een paar zetels te kort om de grondwet naar eigen inzichten en zonder overleg met de oppositie te kunnen veranderen.
Putsch
De conservatief-religieuze AK partij (AKP) van de Turkse premier Erdogan wint voor de derde keer op rij de parlementsverkiezingen. Met glans. Met 50 % kan de partij verder alleen regeren. Een op de twee Turken stemde voor Erdogan. Dat is een enorm persoonlijk succes. Hij is de derde politicus in de geschiedenis van de Turkse republiek die erin slaagt de magische kaap van 50 % te ronden, na Adnan Menderes van de Democratische Partij (DP) in 1950 en 1954 en Süleyman Demirel (Adalet) in 1965.
De AKP treedt met drie opeenvolgende overwinningen in de voetsporen van de Democratische Partij (DP) die van 1950 tot 1960 in Ankara regeerde. Er zijn wel wat gelijkenissen. Ook de DP bespeelde de religieuze gevoeligheden van een conservatieve middenklasse en moderniseerde het aanschijn van het land.
Hopelijk voor Erdogan zelf houden daar de gelijkenissen op. Want de militairen verhinderden in 1960 met een putsch een vierde succesvolle stembusgang van de DP die naar hun smaak ietwat teveel inging tegen de grondslagen van de seculiere staat. De toenmalige Turkse premier Menderes bengelde wat later aan de galg.
‘Sultan’ van Turkije
Nee, Erdogan hoeft daarvoor geen schrik te hebben. Hij heeft heel wat hervormingen doorgevoerd die de Europese Unie (EU) welgevallig zijn. Onder andere de beknotting van de macht van de generaals. Een militaire putsch behoort in het rijk van de fantasie. Erdogan treedt preventief op: vele officieren zijn voor de rechtbank gesleept op verdenking van het smeden van complotten tegen de staat. Alleen het Koerdische nationalisme, dat baart Erdogan nog zorgen.
Erdogan is populair omwille van zijn binnen- én buitenlandse politiek. De economie boomt als nooit tevoren; de inflatie daalde tot 6 %, de groei bedraagt 8 %, het aantal buitenlandse investeringen in Turkije stijgt aanzienlijk. Erdogan is de held van de moslimwereld omdat hij Israël streng kapittelt voor zijn houding tegenover de Palestijnen. Hij is zowat de keizer van Turkije. Of de ‘sultan’ om in de beeldspraak van het Ottomaanse Rijk, de voorganger van de Turkse republiek, te blijven. De buitenlandse politiek van de AKP-regering wordt zelfs als ‘neo-ottomaans’ bestempeld omdat ze van Turkije weer dé regionale macht wil maken zoals eertijds.
Op zijn Poetins?
Als persoon duldt Erdogan geen tegenspraak en geen kritiek. Critici spreken over de ‘Poetinisering’ van het systeem Erdogan. Waarin schuilt het gevaar? Turkije is modern in de cosmetische zin van het woord. Er zijn vele nieuwe wegen aangelegd, nieuwe woonwijken rijzen als paddenstoelen op uit de grond, grote infrastructuurwerken worden gepland zoals de aanleg van een nieuw kanaal ten westen van Istanbul.
Maar is Turkije ook modern in zijn mentaliteit? Critici zeggen dat het land bigot aan het worden is, dat de kwezelarij toeneemt, dat het zelfs tot een ‘islamitische republiek’ dreigt uit te groeien. Bedenkelijk bijvoorbeeld is dat het aantal werkende vrouwen slinkt. De vrouw aan de haard als het ware, en liefst met drie kinderen, zoals de premier zich liet ontvallen.
Alcohol is des duivels en kan alleen onder strikte voorwaarden in toeristische centra. Internetproviders bieden nog maar vier pakketten aan (standaard, familie, kind, binnenland). De pers heeft het ook niet onder de markt. Vele journalisten zijn gemuilkorfd of oefenen zich in de kunst van de zelfcensuur, 57 onder hen zitten achter slot en grendel. Een karikaturist die Erdogan als ‘kat’ tekende, krijgt een proces van de premier himself aangesmeerd.
Een nieuwe grondwet
De grote uitdaging wordt nu het uitwerken van een nieuwe grondwet. Turkije heeft daar behoefte aan. De huidige is het werk van de militairen die op 12 september 1980 een bloedige putsch met veel zuiveringen en executies hadden uitgevoerd. De grondwet geldt als minder liberaal dan de vorige omdat hij de burger ondergeschikt maakt aan de staat.
Zal een nieuwe grondwet soelaas brengen? Amendementen die de AKP in september van vorig jaar op de grondwet goedgekeurd kreeg, creëerden sommige rechten. Maar de keerzijde was dat de AKP daarmee ook de rechterlijke macht onder controle van de president en het parlement bracht. De functies van president, premier en parlementsvoorzitter, – de hefbomen van de macht – , waren al in handen van de AKP. De posten in de administratie worden bemand met AKP-mensen.
Staat er nog een rem op de macht van de AKP?
De verkiezingsoverwinning smaakt toch niet zo zoet als Erdogan hoopte. Er zijn namelijk spelbrekers in het parlement. De sociaaldemocratische kemalistische CHP van Kiliçdaroglu haalde 26 %, een stijging van 5 %, maar toch minder dan haar partijvoorzitter met zijn enthousiaste kiescampagne had gehoopt, de ultranationalistische MHP kwam op 13 % en de ‘onafhankelijken’ die zo de tien procentkiesdrempel omzeilen om zich te hergroeperen in de pro-Koerdische BDP op 6 %.
Erdogan beloofde een nieuwe grondwet. Dat had hij liefst naar eigen smaak en naar eigen inzichten gedaan. Indien hij een tweederde meerderheid zou gehaald hebben (367 op 550 zetels), had hij dat kunnen doen zonder rekening met wie of wat ook te moeten houden. Dat feest gaat dus niet door. Ook een andere weliswaar minder voordelige optie lukt niet. Met 326 zetels kwam de AKP er net vier te kort voor de vereiste 330 om de grondwet eenzijdig te kunnen wijzigen mits haar aan een referendum te onderwerpen.
Overleg
Een van die twee opties – 330 of 367 van de 550 zetels – had in het verschiet gelegen indien de MHP onder de tien procentdrempel was gebleven. Daar werd voor gevreesd toen enkele parlementsleden van de MHP in april 2011 hun ontslag hadden ingediend omdat een video die hen in een compromitterende toestand met vrouwen toonde op een blog circuleerde. Ging daar een complot achter schuil? Mocht dat zo wezen, zijn de ‘samenzweerders’ aan hun doel voorbijgeschoten. Het is misschien de verontwaardiging over de manier waarop het schandaal naar buiten gebracht werd die de MHP over de kiesdrempel heeft getild.
De AKP moet dus overleg plegen met de oppositiepartijen. De CHP die als kemalistische partij de seculiere orde verdedigt, zal op haar strepen staan. De pro-Koerdische BDP en de staatsnationalistische BDP hebben diametraal tegengestelde visies op de nationale kwestie. De oude strijdthema’s van de republiek – secularisme en Koerdisch nationalisme- blijven op de agenda staan. Er zal aardig wat gebakkeleid worden.
*Dirk Rochtus doceert internationale relaties aan Lessius Antwerpen.
www.deredactie.be<http://www.deredactie.be

14 / 06 / 2011

 

F
E
E
D

B
A
C
K