Derwêsh, Dihok ...Reeks diversiteit in Vlaanderen

Als achttienjarige jongen moest ik mijn Koerdische thuishaven ontvluchten vanwege mijn politiek activisme. Geschokt en verontwaardigd over de intimidaties tegen en de discriminatie van het Koerdische en andere volkeren, zet ik nog steeds mijn strijd verder in België. Sinds mijn komst naar België, in het Vlaamse landgedeelte, heb ik mijn strijd voor de rechten van mensen en van de volkeren zonder ophouden verder gezet.

De meeste Koerden kwamen naar België in de jaren zestig als gastarbeiders. In de jaren zeventig merkten we een tweede migratiegolf van politieke vluchtelingen, op de loop voor het regime in Ankara, Teheran, Damascus of Bagdad. Daarna nam het aantal vluchtelingen nog meer toe wegens de Iraans-Iraakse oorlog, de gewapende strijd tussen de Koerden en de autoritaire staten, nl. Turkije, Iran, Irak en Syrië. En in de laatste tijden de oorlog van de diverse machten tegen de Koerden in Rojava, Syrië) en nog steeds de hevige strijd die in Noord Koerdistan woedt.

Achtergrond

Ik ben zelf afkomstig uit Midyad (een stad van de de provincie Mêrdîn) in Noord Koerdistan, een streek dicht bij de grens bij Syrië en Irak, of het zuidoosten van Turkije. Mijn kinderjaren heb ik in mijn dorp doorgebracht. Enkele jaren later in een grotere stad waar ik mijn middelbaar doorliep, zijn voor mij de problemen begonnen. Op school organiseerden wij immers een aantal protestacties tegen de onderdrukking van onze streek door de staat. Ik zag me verplicht de stad te verlaten en een onderkomen te zoeken in Istanboel. Maar daar ondervond ik nog meer moeilijkheden. De enige mogelijkheid was op 17-jarige leeftijd, pas gedaan met mijn humanioraschool, het land Turkije te verlaten. Via Duitsland ben ik uiteindelijk in België beland, en wel op een merkwaardige manier. Een vriend vroeg me in Berlijn of ik nu in Duitsland wou blijven of elders heengaan. Alleszins wilde ik niet in Duitsland blijven. Zweden waar mijn oom verbleef voor zijn studies, kon ook niet aangezien ik geen visum had. Deze vriend stelde me de vraag of ik niet naar België wou komen. Hij toonde me op een landkaart in een school, waar dat kleine landje lag want ik kende het helemaal niet. In 1977 heb ik mij dan in België gevestigd, nu mijn tweede thuis.

Toen ik in België aankwam, waren er hier maar weinig Koerden die zich bewust waren van hun nationale problematiek. Ik heb dan ook onmiddellijk toenadering gezocht tot enkele Koerden uit Iraaks Koerdistan om samen een aantal activiteiten op te zetten. De teleurstelling bleek echter dat deze meer op een politieke partij gericht waren terwijl ik iets wou ondernemen voor alle Koerden, ongeacht de partij. Met zeven personen hebben we dan in 1978 de ‘Koerdische Arbeiders- en Studentengemeenschap in België’ opgericht. Deze zeven personen hadden een heel speciale band. Zij waren de stichtende leden, zaten in de beheerraad, in de muziek- en dansgroep. Bovendien waren we afkomstig uit zowel Turkije, Iran, Irak als Syrië. Aangezien we na een tijd echter noch arbeiders, noch studenten waren, hebben we in 1987 de naam van de vereniging omgedoopt in het ‘Koerdisch Instituut van Brussel’. Van het begin af is het niet gemakkelijk geweest de Koerdische strijd verder te zetten in België. In Vlaanderen is dat een stuk beter. De Koerdische vrijheidsstrijd kan op meer begrip rekenen in Vlaanderen dan in Wallonië. Reden hiervoor is wel duidelijk denk ik. De Vlamingen hebben ook een zeer efficiënte strijd moeten voeren voor hun taal en de Vlaamse identiteit.

Bovendien apprecieer ik ook enorm de morele steun van de Vlamingen. Zij hebben zelf ook hun identiteitsstrijd gevoerd waardoor ze onze problemen misschien beter aanvoelen.

Eigenlijk organiseerden we net als nu veel sociaal-culturele activiteiten, infoavonden, conferenties, het uitgeven van publicaties, enz. … Bovendien waren we vanaf het begin reeds geneigd om zo veel mogelijk informatie te verspreiden over de Koerdische problematiek in Turkije, Iran, Irak en Syrië. Andere volkeren kunnen zich tot hun ambassades of consulaten richten. Aangezien geen enkele officiële instantie ons vertegenwoordigt, wilden wij met het Koerdisch Instituut de Koerden bijstaan en problemen aankaarten. Zo hebben we reeds gewezen op het verbod op het gebruik van Koerdische namen bij de geboorte van een kind. De lijsten van namen die de Belgische autoriteiten van Turkse, Iraanse, Iraakse en Syrische overheden hebben ontvangen, bevatten geen enkele Koerdische naam. Verder menen wij dat onze kinderen het recht moeten hebben op onderwijs in hun moedertaal, althans op plaatsen waar men met voldoende aanwezig is. Als dit voor andere culturen kan, waarom dan niet voor Koerdische kinderen? Men komt immers altijd af met het argument dat wij Turken, Arabieren, Perzen zijn, enz….

Staatsstructuur

België kent een federaal systeem. In een zelfde staat wonen verschillende gemeenschappen samen, zij het dat bepaalde aangelegenheden slechts door de gemeenschappen zelf kunnen worden geregeld. Daarom kan België een mooi voorbeeld zijn in de landen waar de Koerden en hun land zich bevinden.

In België heb je een staatsstructuur die je eventueel morgen of overmorgen ook in Koerdistan kan toepassen. Het is mogelijk dat je in een staat leeft met verschillende gemeenschappen op gelijke basis, met af en toe wat discussiepunten. De Vlamingen en de Walen hebben hun eigen mogelijkheden en middelen. Iedereen mag ook zeggen in binnen- en buitenland dat hij of zij een Vlaming is of een Waal. Niemand wordt vermoord of vervolgd omwille van deze afkomst. Maar in Koerdistan kunnen wij nog steeds voor onze identiteit niet opkomen uit schrik voor vervolging. In Irak is dat nu wel mogelijk. Daar is een Koerdisch Regionale Regering (KRG)en de KRG kan het eigen onderwijssysteem en dergelijke zaken zelf regelen. In Rojava verandert de situatie ook. De drie kantons regelen hun eigen zaken. Dat is perfect. Een federale staatsstructuur zoals in België zou heel interessant zijn voor de vier Koerdische regio’s in die landen.

Ik heb altijd enorm veel morele steun gehad van heel veel vrienden en… van de redactieleden van het tijdschrift ‘Meervoud’, de VU, VUID21, SPIRIT in het verleden en nu de N-VA.

Heel wat parlementsleden hebben nog steeds ons een hart onder de riem gestoken. Wat ik soms wel betreur, is dat deze parlementsleden dikwijls vanuit hun persoonlijke titel heel behulpzaam zijn, maar als partij onze zaak moeilijker willen bepleiten. Als partij opkomen voor de Koerdische kwestie is nog steeds een taboe. Waarom komen de meeste partijen wel op voor de onderdrukking van bvb. de volkeren in Tsjetsjenië of Kosovo en niet in Koerdistan? Heeft een volk met 30 miljoen leden dan geen recht om met zijn eigen identiteit te bestaan? Ik denk nochtans dat België met zijn ervaring van federalisme een belangrijke rol kan spelen in de bemiddeling tussen volkeren in conflict. Tot nu toe is de staatspolitiek van de westerse landen te veel vermengd met politieke en economische belangen. Het Westen steunde Turkije vroeger omwille van zijn strategische ligging tegen het communisme, nu omwille van de economie. Nu Turkije kandidaat-lidstaat is voor de Europese Unie meen ik dat het Westen zijn principes van respect voor de democratie en voor mensenrechten moet laten gelden in Turkije.

Informeren

De situatie in Turkije is de laatste jaren inderdaad een heet hangijzer, zeker met de arrestatie van PKK-leider Öcalan. De Turkse autoriteiten zijn noodgedwongen aan het praten met de Koerdische vrijheidsbeweging, maar ik heb de indruk dat deze autoriteiten uit zijn op tijdwinnen en om zoveel mogelijk te zorgen voor de verzwakking van de Koerdische vrijheidsbeweging. In praktijk zie ik niets anders…

Wij werken rond de problematiek van de Koerden in Turkije, maar ook in Iran, Irak en Syrië. We volgen de ontwikkelingen op de voet. Ook met de Koerden in de ex-Sovjetunie, Armenië, Kazachstan, in Europa en in de rest van de wereld hebben we goede contacten. We proberen zo veel mogelijk samen te werken, ook met de politieke partijen in Koerdistan met de voorwaarde dat zij hun politiek niet opleggen aan het Koerdisch Instituut. Wij proberen iedereen te informeren. We mogen dan ook met trots opmerken dat onder onze leden zich ook heel wat niet-Koerden bevinden. Een aantal gekende namen zijn ereleden van ons Instituut: bvb. Monika Van Paemel, Maurits Coppieters, Georges Spriet, Paul Vanden Bavière, enz…. Over het aantal Koerden in België die we kunnen helpen, bestaan echter geen exacte cijfers omdat we officieel niet bestaan en nog steeds geregistreerd worden als Turk, Syriër, Iraniër, Irakees, enz…. Mijn voorzichtige schatting is dat we met een 45.000 à 45.000 Koerden zijn in heel België.

Ik heb het Koerdisch Instituut steeds als een deel van mijn eigen lichaam, mijn eigen ziel beschouwd. Het Instituut bepaalt zowel mijn professioneel als mijn privéleven. Als het Koerdisch Instituut in Brussel niet meer zou bestaan, dan denk ik dat ik niet meer hier zou blijven. Ik hoop dat het Koerdisch Instituut ooit in één van de delen van Koerdistan mogelijk zal zijn om daar het werk verder te zetten.

Bovendien wil ik ooit naar vrij Koerdistan terugkeren. Die verlangens heb ik heel sterk. Maar die tijd, de middelen en de omstandigheden moeten het mogelijk maken.

Vredelievend

In Noord-Koerdistan (in Turkije) is er een zware assimilatiepolitiek bezig. Na de oorlog begin de jaren tachtig is het Koerdische nationale bewustzijn weer verwezenlijkt bij de Koerden. Dat is één van de zaken waar ik erg blij om ben. Want de Koerdische cultuur, een oude cultuur, mag niet verdwijnen. Soms wens ik wel dat de Koerden meer met hun cultuur en de taal bezig zijn. Hun cultuur, vooral de taal is er rijk. Wij kennen een uitgebreid repertoire van liederen, verhalen, spreekwoorden en poëzie, en ook dansen. Een belangrijke feestdag is het Koerdische Nieuwjaar, ‘Newroz’, steeds op 21 maart. Voor ons geldt deze dag als een symbolisch feest. De mythe vertelt immers dat ongeveer 4.000 jaren geleden de hoofdrolspeler tegen een dictator heeft gevochten en zijn volksgenoten van die tirannie heeft bevrijd, precies op 21 maart. Daar zie je de parallel met de Koerdische kwestie. Maar langs de andere kant zie je ook een natuurlijke verbintenis met 21 maart, nl. het begin van de lente. Voor ons heeft het feest dus de betekenis van een nieuw begin.

Soms heeft men blijkbaar nog steeds schrik om met het Koerdische Instituut om te gaan. Zo kunnen wij amper zalen reserveren omdat de uitbaters schrik hebben voor aanslagen. In de laatste jaren zijn in België verschillende aanslagen gepleegd tegen Koerdische organisaties of intellectuelen. Dat gebeurde in 1994, in 1998, in 1999, 2002, 2010, 2012 enz. … Ons huis waar we gevestigd zijn is in brand gestoken door de Turkse extremisten in 1998… Met deze aanslagen worden niet de agressievelingen gestraft, maar wel de Koerden want de daders zijn nooit vervolgd. Maar we geven niet op, we blijven de vredelievende voorvechters van een democratisch bestaan.

Ik ben trots op de Koerdische cultuur, de literatuur, de kunsten, de gevoelens als Koerd. Ik probeer mensen ook iets over deze cultuur bij te brengen. Maar langs de andere kant, hoe meer ik in contact kom met andere culturen, hoe rijker ik mij zelf voel. Ik denk dat volken heel mooi samen kunnen leven in vrede. Hoe meer verschillen, hoe rijker we zijn. Waarom moet men assimileren? Waarom zouden mensen iets anders moeten worden dan zichzelf? De rijkdom van een land ligt in zijn mozaïek van culturen.

Ik ben hier sinds mijn achttiende jaar en ik ben fier op mijn aanwezigheid in een biculturele samenleving. Ik leef in twee culturen en dat is zo mooi om te ervaren. Het is zo gunstig en schoon dat je het beste uit de twee culturen haalt en er een geheel van maak. Wat ik niet mooi vind in een of andere cultuur laat ik ver weg staan van mij.

Ik had ook het geluk dat ik een drie jaar durende studie aan het niet universitaire Hoger Instituut voor Readaptatie Wetenschappen heb gedaan in Leuven. Gedurende mijn studies in Leuven heb ik ook gewerkt om financieel in orde te zijn. Na mijn studies heb ik enkele jaren als zelfstandige gewerkt. Mara dan besloot ik mij volledig bezig te houden met de fundamentele rechten van de mensen en volkeren in de regio in Koerdistan.

Ik voel me hier perfect in deze interculturele samenleving. Als je ziet hoeveel verschillen in onze samenleving te vinden zijn, die deze samenleving zo mooi maken, vind ik dat prachtig. Hier in Vlaanderen en ook in de rest van de wereld denk ik dat we naar dat soort samenleving gaan. Leven in diversiteit met respect voor de structuur, de samenlevingswetten, de culturele achtergronden, de verdraagzaamheid, moet kunnen in onze toekomst.

Foto (c) Saeys

P.S. Deze artikel is eerder verschenen in DOORBRAAK

F
E
E
D

B
A
C
K