Het gaat om een opgenomen telefoongesprek van de dader, Ömer Güney, gepost op YouTube met, volgens de plaatser van de video, twee leden van de MIT, de Turkse staatsveiligheid. Dinsdagnamiddag verscheen er een tweede document, gedateerd op 18 november 2012 en ondertekend door Ugur Kaan Ayik, departementshoofd van de MIT, waarin aan een zekere ‘LEJYONER’ (legionair), 6000 euro wordt overgemaakt voor de voorbereidingen van de moord op Sakine Cansiz, één van de medeoprichters van de PKK, de Koerdische Arbeiderspartij. Volgens het paspoort dat de Franse speurders vonden in de auto van Güney was hij eind december 2012 nog in Turkije.

 

De executie van de drie vrouwen in het Koerdisch Informatiecentrum in het centrum van Parijs hield de Koerdische gemeenschap een jaar lang in beroering. Güney werd al enkele weken na de moord gevat, maar een motief was niet duidelijk. Het onderzoek raakte in de strop en gezien de goede betrekkingen tussen Frankrijk en Turkije, en het politieke karakter van de moord, vreesden velen voor een doofpotoperatie. Deze nieuwe ontwikkelingen versterken het vermoeden dat al leefde in de Koerdische gemeenschap dat de Turkse staat een hand heeft in de zaak en dat de Franse autoriteiten bepaalde aspecten van het onderzoek toedekken.

 

Verschillende betrouwbare bronnen bevestigen dat de stem in de opname die van Ömer Güney is. Hij beschrijft zijn plan van aanpak voor een aanslag op iemand met codenaam ‘Abram’ of ‘Ablam’ aan twee onbekende mannen, volgens de plaatser van het fragment leden van de MIT. ‘Ablam’ is Turks voor ‘mijn zus’ en verwijst op die manier mogelijks naar Cansiz; ‘Abram’ kan dan weer mogelijks  slaan op een gekende Koerdische jeugdleider in Parijs met die bijnaam. Ook opmerkelijk is dat Güney zegt zijn wapen te kunnen bemachtigen via contacten in Brussel, waarna de MIT-agenten vragen of hij daar geld voor nodig heeft. Uit het onderzoek van het Franse parket bleek al eerder dat Güney via verschillende Gsm-toestellen geregeld telefoneerde met vreemde gecodeerde nummers in Turkije, niet gelinkt aan een persoon of organisatie. Het tweede document heeft het over een “aanval, sabotage of aanslag” op Sakine Cansiz en spreekt van een “zet” tegen Cansiz.

 

Vanwaar deze lekken komen is onduidelijk. De plaatser van het telefoongesprek beweert een naaste te zijn van Güney die door hem gevraagd werd om in geval van nood de informatie openbaar te maken. De afgelopen weken is Turks premier Erdoğan echter zwaar onder vuur komen te liggen vanuit de hoek van de zeer invloedrijke islamitisch-conservatieve en nationalistische Gülen-beweging, genoemd naar de in de VS wonende Turkse predikant Fethullah Gülen. Deze zogenaamde ‘Cemaat’ vormt een alternatief machtsblok binnen de Turkse samenleving en is als dusdanig een bedreiging voor Erdoğan. Het is bekend dat de Erdoğan de MIT aan hem heeft onderworpen, terwijl veel hooggeplaatste personen binnen de Turkse politie en justitie aanhangers zijn van Gülen.

 

In het licht van deze ontwikkelingen roepen we de Belgische justitie op om een grondig onderzoek te voeren naar de Brusselse wapenleveranciers van Güney en vragen we de Belgische regering op om haar samenwerking met de Turkse staat te herbekijken. In januari vorig jaar ondertekende minister Milquet met haar Turkse ambtsgenoot een “memorandum of understanding” om samenwerking op politioneel vlak en in terrorismebestrijding te versterken. Bovenstaande onthullingen maken duidelijk dat de Turkse staat geen democratische partner is en samenwerking met haar een bedreiging vormt voor leden van de Koerdische beweging in België.

 

Het Koerdisch Instituut zelf en andere Koerdische, Armeense en Assyrische organisaties werden in 1998, na rellen in Sint-Joost-ten-Node uitgelokt door de Turkse overheid, in brand gestoken, zonder dat de daders, van Turkse origine, werden veroordeeld. In 2006 brachten Turkse doodseskaders de ouders van Derwich M. Ferho, voorzitter van het Koerdisch Instituut, om in hun dorp Mizizex. Toenmalig minister van buitenlandse zaken Karel De Gucht weigerde echter de Turkse staat in verdenking te stellen. Uit wikileaks-kabels blijkt verder dat Turkije de Belgische staatsveiligheid onder druk zette om op te treden tegen het voormalige ROJ-TV, een Koerdisch mediakanaal gevestigd in Denderleeuw, en de KNK, het Koerdisch Nationaal Congres, een lobbyorganisatie gevestigd in Brussel. Eerder raakte bekend dat in 2011 een aanslag op de in Brussel verblijvende Remzi Kartal, vooraanstaand Koerdisch diplomaat, werd verijdeld.


F
E
E
D

B
A
C
K