Terwijl ISIS moslims wereldwijd blijft porren en het Iraakse leger opnieuw terrein wint, zien de Koerden kansen voor meer autonomie. De kaarten lijken gunstig te liggen maar het blijft zaak om strategisch en zeer waakzaam te spelen.
De wereldwijde aandacht van de camera’s leek alweer te verslappen voor brandhaard Irak, ondanks de Blitzverovering van ISIS op Mosoel, de herovering door het Iraakse leger van Tikrit en de aangekondigde slag om de Iraakse hoofdstad Bagdad. Maar de soennitische jihadisten van de Islamitische staat van Irak en Syrië of ISIS kennen de spelregels volgens een strak plan en bespelen de media meesterlijk, met de nodige exposure als uitkomst. De leider van ISIS, Abu Bakr al Bagdadi, riep aan het begin van de Ramadan alle moslims wereldwijd op om de wapens op te nemen. Al Bagdadi verwacht hierbij wereldwijde islamitische steun voor zijn zelfverklaarde kalifaat op Iraakse en Syrische bodem. Het begin van een nieuw tijdperk, zo zei hij nog. Of zoals de Britse correspondent Robert Fisk meteen stelde: ‘Het belangrijkste is dat het de wereld nu duidelijk is geworden dat de grens tussen Syrië en Irak al is uitgegomd.’ Wat betekent die realiteit voor de Iraakse Koerden die nu openlijk over onafhankelijkheid en territoriale uitbreiding praten?
Het leven zoals het is
Een doordeweekse vrijdag in de noordelijk gelegen Koerdisch Autonome Regio (KAR) in Irak. Terwijl de brandhaard in Irak het wereldnieuws beheerste sinds ISIS op dinsdag 10 juni Mosoel veroverde, viel Erbil tevreden terug op zijn wekelijkse rust. Alsof Mosoel zeven zeeën verder was verwijderd dan de reële luttele 90 kilometer of anderhalf uur rijden. ‘Koerdistan is niet Irak en Irak is niet Koerdistan’, kreeg je steevast te horen in gesprekken met Koerden over de mogelijke dreiging vanuit Centraal-Irak. De doorsnee Koerd lijkt er gerust in te zijn: de grenzen zijn veilig en worden betondicht bewaakt door de Koerdische Peshmerga-troepen.
Het nieuws uit Irak is niet weg te branden van de vele Koerdische televisieschermen in winkels, theehuizen, hotels. Tegelijk: vraag 100 Koerden of ze Iraaks zijn, en 99 procent zegt ‘nee’. Dit is een weerkerende uitspraak hier in de Koerdische regio. ‘We zijn uiteraard begaan met wat er gebeurt in Irak, maar in de eerste plaats zijn we bezorgd om de onschuldige burgers’, legt een Koerdische filosoof en politiek columnist uit. ‘We voelen ons echter niet verwant met de Irakezen. Veel Koerden zien “de Arabieren” aan de andere kant van de regionale grens ook snel als religieuze fanatiekelingen. Een vertekend beeld natuurlijk. Maar laat ons zeggen dat we niet meer affiniteit met de Irakezen hebben dan met andere nationaliteiten. Neem ons dat niet kwalijk, het heeft te maken met een intussen natuurlijke refleks tot zelfbescherming, na de vele keren dat we in de steek werden gelaten door Bagdad, door de Amerikanen en anderen.’
Veilige grenzen
Sinds 1991-1992 is de Koerdisch-Iraakse Regio een de facto autonome regio, die volgens de Iraakse grondwet het recht heeft op een eigen leger. De Koerdische regionale regering investeerde de laatste decennia dan ook stevig in de uitbouw van zijn leger en de beveiliging van het eigen grondgebied. En dat merk je ook als je het land binnenkomt of buitengaat. Wie de Koerdische regio binnen wil, wordt streng gecontroleerd. ‘Arabieren die de regio willen betreden, dus ook de Irakezen, hebben steevast een aanbevelingsbriefje nodig van een Koerd’, klinkt het. Wie door het binnenland reist, passeert geregeld checkpoints, grote en kleine. ‘Veiligheid is topprioriteit hier, er komt niemand door. Desnoods sluiten ze de grenzen’, aldus chauffeur Bapir die me naar Sulymania rijdt. Een paar dagen later, terug in Erbil, wijst hij naar de lange rij wachtenden buiten aan een kantoor van Middle East Airlines. ‘Zie je, de Irakezen die hier het weekend doorbrachten, geraken enkel nog langs de lucht terug naar Bagdad. De grens tussen Koerdistan en Irak is afgesloten.’
Gunstige kaarten of niet?
Terwijl het Iraakse leger zowel Mosoel als Kirkoek verliet, al jaar en dag twistpunten tussen Bagdad en Erbil, verstevigden de Koerdische Peshmerga er hun posities. Het olierijke Kirkoek, door de Koerden lang geclaimd als de hoofstad van hun vierde provincie, is nu in militaire handen van de Koerden. ‘Pure militaire strategie om de ganse bevolking, dus niet alleen Koerden maar ook Turkmenen, Arabieren en christenen te beschermen. ’, klonk het bij aanvang vanuit de Koerdische regering.
En ook in andere niet-Koerdische provincies, zoals Nineve, Diyala en Salahaddin, hebben de Koerden, na de nederlaag van het Iraakse leger tegen ISIS, hun invloed uitgebreid.
De kaarten zijn gunstig geschud voor de Koerden, zei de Turks-Koerdische zanger Sivan Perwer toen ik hem ontmoette in zijn huis in Erbil. ‘Het is nu kwestie om strategisch te zijn en geopolitiek de ogen goed open te houden. Dit is een kans op meer autonomie.’
Een kans die zijn goede vriend en president van de Koerdische Regio Massoed Barzani een paar weken later met beide handen greep. In een interview met CNN sprak Barzani openlijk over het momentum voor Koerdische onafhankelijkheid. Barzani wees dat de voorbije tien jaar niet hadden geleid tot politieke stabiliteit in Irak, anders dan in de Koerdische regio. ‘De recente gebeurtenissen in Irak bewijzen dat de Koerdische burgers nu de opportuniteit moeten grijpen naar onafhankelijkheid.’
En nog wat later, op 30 juni, vroeg Barzani bij de VN-missie in Irak om een referendum te organiseren voor de inwoners van de provincie Kirkoek, nu al bestuurd door de PUK of Patriottische Unie van Koerdistan. Op de referendumtafel: de vraag om al dan niet deel uit te maken van de Koerdische Regio. Blufpoker zeggen waarnemers: de Koerden weten immers dat ze, buiten Israël, op weinig steun voor onafhankelijkheid moeten rekenen. De VS hebben meer baat bij de stabiele Koerdische Regio dan bij een nieuwe conflicthaard die ook de oliebevoorrading in gevaar zou brengen. Saoedi-Arabië is evenmin vragende partij. Als de Koerden de onafhankelijkheid verklaren is de kans groot dat Irak wordt verdeeld in drie delen – Koerdisch, sjiitisch, soennitisch. Dat zou betekenen dat Iran een directe landbuur zou worden met de Saoedi’s, een mogelijke invloedsuitbreiding dus naar de toch al opstandige sjiitische delen van Saoedi-Arabië. Dan is er nog Turkije dat nauwe olie- en gasbanden en een uitgebreide exportlijn naar de KAR onderhoudt maar in eigen land nog in conflict ligt met de Koerdische minderheid. De speculaties dat Turkije, geen goede vriend van de sjiitische centrale regering in Bagdad, de Koerdische onafhankelijkheid zou steunen, werden alvast officieel weerlegd. De afgevaardigde premier Bülent Arinç liet officieel weten dat Turkije geen Iraaks uiteenvallen wil.
Rationele twijfels
Terwijl de meeste Iraakse Koerden zweren bij het idee van een onafhankelijk Koerdistan, leeft ook de twijfel. De uit België teruggekeerde Kamal maakt zich zorgen. De exporthandel van elektrogoederen naar Irak van zijn broer draait al maanden stiller. En zal nu helemaal stilvallen. En de Indiase Jilal Joseph, vice-manager van het filiaal van Cihan Motors in Erbil, rekent dat de Iraakse gebeurtenissen een sterke weerslag zullen hebben op de succesverkoop van hun Toyota’s in Erbil. ‘Telkens het slecht gaat in Irak, stellen potentiële kopers de aankoop van een krasloze nieuwe auto uit.’ Wat dus als de Koerden voor onafhankelijkheid gaan of Kirkoek willen claimen?
Iedereen beseft de zware economische gevolgen voor de KAR en zijn burgers bij een onafhankelijkheidsproces. Of hoe Muhedin, een jonge dertiger, het zegt: ‘Emotioneel wil ik in een autonoom Koerdistan wonen. Pragmatisch zeg ik echter nee: het zou de verdere economische ontwikkeling van onze regio dwarsbomen. Bovendien hebben we geen bevriende buren die we kunnen vertrouwen, als klein staatje tussen al die groten word je zo platgedrukt.’
Tine Danckaers, verschenen in het nieuwe nummer van ‘De Koerden’