De uitslag van de verkiezingen betekenden vooral twee dingen voor de Turken en Koerden Turkije en Koerdistan.
De Koerden, voor wie de verkiezingen een soort referendum waren voor een regionale autonomie, kozen massaal voor regionale autonomie in Turks Koerdistan. De tweede belangrijke uitkomst was de overwinning van premier Erdogan. Vooraf verkeerde menigeen in spanning hoe het met hem en zijn AKP zou aflopen, gezien de commotie over corruptie en de strijd tussen de Gulen-beweging en Erdogan. De Gulen-beweging hadden er samen met de CHP en MHP alles aan gedaan Erdogan naar huis te sturen en zelf aan de macht te komen. Erdogan had op zijn beurt alles op alles gezet om aan de macht te blijven en met deze drie partijen af te rekenen. Nu is het even afwachten hoe Erdogan dat gaat doen.
Ik had niet verwacht dat Erdogan zou verliezen, omdat er geen alternatief is voor de AKP en zijn leider. In feite AKP, CHP, MHP en Gulen zijn allemaal zeer corrupt en dat weten de burgers ook. De voorsprong van Erdogan is dat hij successen kan laten zien, sinds hij aan de macht is.
De verkiezingen van zondag waren de eerste die niet overschaduwd werden door de vuile oorlog tussen het Turkse leger en de strijders van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die in 1984 begon. Sinds twee jaar voeren Erdogans regering en PKK-leider Abdullah Öcalan gesprekken over een politieke oplossing voor de Koerdische kwestie en een modern democratisch systeem. Öcalan heeft op 21 maart 2013 de strijders opgeroepen zich terug te trekken op de berg Kandil in Irakees-Koerdistan en hij heeft een wapenstilstand afgekondigd. Sindsdien vallen er gelukkig aan beide kanten geen dodelijke slachtoffers meer. Geen oorlog is belangrijker dan een mensenleven.
De inwoners van Turkije en Koerdistan zijn de oorlog moe, zo bleek uit de verkiezingsuitslag. Beide groepen willen dat hun leiders – Erdogan en Öcalan – doorgaan met de onderhandelingen. De boodschap is heel duidelijk: een democratisch systeem voor alle inwoners van Turkije en de Koerdistan-regio, zonder corruptie, met meer respect voor de vrijheid van meningsuiting, pers en religie.
De PKK en Öcalan zijn een realiteit in Turkije en Koerdistan. Dat kan niemand meer ontkennen. De strijd heeft de Koerden sinds 1984 enorm gepolitiseerd en gemoderniseerd. Vóór de PKK-tijd werden vrouwen onderdrukt; eerwraak en bloedwraak waren geaccepteerde fenomenen. De Koerdische regio was sterk achtergesteld door de Turkse regering op het gebied van economische en culturele ontwikkelingen. De regio was totaal geïsoleerd van de buitenwereld en de moderne tijd. Ouderwetse normen en waarden werden zeer hoog gehouden, door allerlei groeperingen. Maar sinds de strijd voor autonomie zijn zowel de Koerden als hun gebied flink veranderd.
De repressie van de Turkse regering richtte zich niet alleen op de PKK-strijders, nee, de regering zag de ontwikkelingen onder de Koerden en beschouwde – en beschouwt – het als een bedreiging. Vrouwen zijn nu in meerderheid vertegenwoordigd in de politiek in de regio Koerdistan. Voor het eerst in de geschiedenis zijn vrouwen gekozen als burgemeester in Koerdistan. Mijn geboorteplaats Diyarbakir heeft sinds zondag ook een vrouwelijke burgemeester en daar ben ik zeer trots op.
Maandag sprak ik via de webcam met mijn moeder en vader. Het waren emotionele gesprekken. Voordat ik daar wat over vertel, wil ik vertellen over iets wat mij erg opviel. Van jong tot oud volgden de Koerdische mensen de Turkse en Koerdische nieuwsbronnen, om op de hoogte te blijven van de verkiezingen. “Mijn zoon, heb je het kunnen volgen? Vandaag is een belangrijke dag. De hoop is nu veel groter dat wij met elkaar herenigd worden.” Mijn ouders worden emotioneel, ik hoor het aan hun stemmen. Mijn moeder is een traditionele vrouw, analfabeet en pas na haar zestigste, toen ze moest vluchten uit Diyarbakir – in het Koerdisch ‘Amed’ – naar Istanbul heeft zij een beetje Turks kunnen leren. Voorheen sprak zij geen woord Turks.
Ik vraag wat ze vinden van de verkiezingsuitslag. Ze praten er bijna beter over dan veel verslaggevers. “Wij hopen bij Allah dat er een einde komt aan de oorlog, want het is triest voor de Koerdische en Turkse moeders. Zij moeten met elkaar praten, wij zijn allemaal moslims. Koerden moeten net zo veel rechten hebben als de Turken. Mijn zoon, wij hopen bij Allah dat wij jou nog een keer bij leven mogen zien. Daarna vinden wij het niet erg om dood te gaan.” Mijn moeder is ziek, ze heeft van alles en nog wat, aan haar hart, nieren, hoge bloeddruk, hoog cholesterol. Mijn tranen willen aanschuiven bij ons gezelschap, maar dat laat ik niet toe!
Het is tijd dat Koerden en Turken elkaar vertrouwen en elkaars identiteit respecteren. De Koerdische identiteit en cultuur vormen geen bedreiging voor de Turken. Er komt een eind aan het lijden door amnestie voor alle politieke gevangenen en strijders, inclusief Abdullah Öcalan, en door de wapenstilstand voor een langere periode te verlengen.
Deze oorlog heeft in ruim dertig jaar tienduizenden levens gekost. Miljoenen mensen zijn gevlucht, duizenden dorpen zijn platgebrand. Meer dan tienduizend Koerdische intellectuelen, journalisten, advocaten, burgemeesters, parlementariërs zitten vast en de meeste van hen wachten nog steeds op hun proces. De Koerdische kwestie is niet meer op te lossen met wapens, dat heeft de praktijk ons allemaal laten zien. Zowel de PKK als de Turkse regering heeft geen excuus om de onderhandelingen niet voort te zetten. De PKK kan de gewapende strijd niet winnen en de Turkse regering kan niet winnen door het voeren van oorlog, en niet door Koerden onderdruk te zetten en gevangen te nemen, noch door de Koerdische taal en cultuur te verbieden en te ontkennen.
De inwoners van de regio Koerdistan en Turkije kunnen nog steeds in een moderne democratie samenleven en elkaars culturen en talen als een verrijking ervaren en niet als een bedreiging. Ik hoop nog dit jaar, na ruim twee decennia leven in elkaars afwezigheid, de wens van mijn moeder te kunnen vervullen!
Celal Altuntas Schrijver / Gemeenteraadslid PvdA
Verschenen op joop.nl