Koerdisch Instituut veroordeelt illegale militaire acties Turkije 

Zondagavond heeft het Turkse leger een nieuwe militaire operatie gelanceerd tegen de Koerdische regio’s in het noorden van Syrië. Turkije herhaalt daarmee haar acties van januari 2018 toen ze de Koerdische enclave Afrin bombardeerde. 150.000 mensen werden ontheemd en meer dan 500 burgers kwamen om het leven. Een grove schending van het internationaal recht. Dergelijke escalatie moet ten alle koste vermeden worden.

Hoewel de Turkse aanval illegaal is en indruist tegen alle geldende internationale rechtsnormen, komt ze niet als een verrassing. Ze is het logisch gevolg van een geopolitiek spel dat door de grootmachten in de regio wordt uitgevochten. Turks president Erdoğan kondigt al enkele weken aan dat hij zijn greep over het noorden van Syrië wil versterken.

Op de laatste bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties stelde Erdoğan zijn plannen voor om in het noorden van Syrië een veiligheidsbuffer te installeren waarin 3 miljoen vluchtelingen zouden moeten worden hervestigd. Die zone zou onder de controle van het Turkse leger moeten komen. “Erdoğan gebruikt de vluchtelingen als pasmunt tegenover de internationale gemeenschap om zijn eigen ambities te realiseren. Instemmen met dit walgelijke voorstel komt de facto neer op een etnische zuivering van de Koerdische regio’s in het noorden van Syrië. Dit kan niet zomaar worden aanvaard”, zegt Derwich Ferho, voorzitter van het Koerdisch Instituut.

Erdoğan ziet iedere vorm van Koerdische autonomie in de omgeving van Turkije als een bedreiging van zijn regime. Nochtans gaat er geen militaire dreiging uit van de gebieden onder de controle van de Democratische Unie Partij (PYD). Sinds 2012 is de PYD er in geslaagd om in de regio een progressief politiek project uit de grond te stampen waarin radicale gendergelijkheid, etnisch-cultureel pluralisme en basisdemocratie centraal staan. “Die verwezenlijkingen, die trouwens als model voor een naoorlogs Syrië zouden kunnen dienen, worden nu op het slachtblok van de internationale politiek geofferd”, gaat Ferho verder.

“Door het weghalen van de Amerikaanse elite-eenheden uit de regio stemt Trump indirect in met Erdoğan’s voorstel en spreidt hij het bed voor een Turkse invasie. Zo laten de Verenigde Staten hun voormalige bondgenoot botweg in de steek en worden de Koerden voor de zoveelste keer in hun geschiedenis verraden”, zegt Ferho. De Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG/YPJ), de militaire arm van de PYD, vormden jarenlang de ruggengraat van de internationale coalitie tegen Islamitische Staat en waren cruciaal in het terugdringen van de terroristische groepering. “Het is ontoelaatbaar dat ze als pionnen in een internationaal schaakspel worden gebruikt en worden overgeleverd aan de grillen van een president met koloniale ambities.”

De aanvallen zijn een inbreuk op de soevereiniteit van Syrië, duizenden mensenlevens zijn in gevaar en de kans bestaat dat duizenden voormalige IS-strijders uit de vluchtelingenkampen zullen worden bevrijd. Het Koerdisch Instituut veroordeelt dan ook in de strengste bewoordingen de Turkse agressie van vandaag en roept de overheid en de internationale gemeenschap op hetzelfde te doen. “Militair ingrijpen kan nooit het antwoord zijn op instabiliteit en conflict. Er moeten dringend stappen worden gezet naar een vreedzame, bemiddelde oplossing. Enkel zo kan de rust in de regio weerkeren en kunnen democratische principes en waarden ingang vinden in het Midden-Oosten”, besluit Ferho.

Downloaden (PDF, 245KB)

F
E
E
D

B
A
C
K