vergadering C61 – BUI4
zittingsjaar 2009-2010
Handelingen
Commissievergadering
Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese
Aangelegenheden en Internationale Samenwerking
van 8 december 2009
Commissievergadering nr. C61 – BUI4 (2009-2010) – 8 december 2009
Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be
2
INHOUD
Vraag om uitleg van mevrouw Fientje Moerman tot de heer Kris Peeters, ministerpresident
van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands
Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over economische betrekkingen met de
Koerdische Autonome Regio in Irak 10

Vraag om uitleg van mevrouw Fientje Moerman tot de heer Kris Peeters, ministerpresident
van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands
Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over economische betrekkingen met de
Koerdische Autonome Regio in Irak
De voorzitter: Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, door middel van deze vraag wil ik
eigenlijk twee zaken opvolgen. Ten eerste, tijdens de vorige legislatuur is een delegatie van
Vlaamse volksvertegenwoordigers, waaronder de heer Roegiers, naar Iraaks Koerdistan
getrokken. Ten gevolge hiervan is een delegatie onder leiding van president Barzani op 10
november 2009 door de heer Peumans en andere Vlaamse volksvertegenwoordigers in het
Vlaams Parlement ontvangen.
Uit deze gesprekken is gebleken dat er in deze regio een grote belangstelling voor
economische betrekkingen met Vlaanderen bestaat. Na de terugkeer van onze delegatie uit
Koerdistan heeft het Vlaams Parlement op 30 april 2009, vlak voor de ontbinding van het
Vlaams Parlement, een resolutie aangenomen.
In die resolutie vraagt het Vlaams Parlement de Vlaamse Regering het volgende: “Ten eerste,
te onderzoeken of en in welke mate Vlaanderen politieke en diplomatieke contacten met de
Commissievergadering nr. C61 – BUI4 (2009-2010) – 8 december 2009
11
Koerdische Autonome Regio in Irak kan aanknopen en bij positieve evaluatie ervan die ook
effectief uit te bouwen; ten tweede, na te gaan of er op cultureel vlak bilaterale contacten
kunnen worden uitgebouwd en of er uitwisselingsprojecten kunnen worden opgezet; ten
derde, er bij Flanders Investment & Trade (F.I.T.) op aan te dringen te onderzoeken welke
opportuniteiten de Koerdische Autonome Regio in Irak biedt voor het Vlaamse bedrijfsleven
en desgevallend de uitbouw van economische contacten en relaties te ondersteunen.”
Mijn vraag om uitleg heeft vooral op dat derde punt betrekking. Heeft de Vlaamse Regering
deze aanbeveling ten uitvoer gebracht? Is er bij het F.I.T. op aangedrongen dergelijke stappen
te zetten? Zo ja, welk gevolg heeft het F.I.T. hieraan gegeven? Wat wil de minister-president
in verband met de politieke en culturele contacten doen?
Ik stel deze vraag om uitleg ook omdat tijdens het onderhoud is gebleken dat anderen iets
sneller dan wij zijn. Onze noorderburen hebben begrepen dat er ginds een mogelijkheid is om
boter bij de vis te krijgen. In de week dat de Koerdische delegatie het Vlaams Parlement heeft
bezocht, hebben de Nederlanders een toer van Iraaks Koerdistan gemaakt. Iraaks Koerdistan
is, zeker in vergelijking met de rest van het land, een vrij stabiele omgeving. Er is hier dus
zeker enig potentieel.
Ik zie me genoodzaakt hierover een vraag om uitleg te stellen. Het is tijdens een
verkiezingsjaar blijkbaar niet mogelijk om op een andere manier te controleren in welke mate
de Vlaamse Regering de resoluties van het Vlaams Parlement uitvoert. Tijdens de andere
zittingsjaren wordt hierover een rapport uitgebracht. Tijdens verkiezingsjaren valt dit
blijkbaar enigszins tussen de plooien. Ik zou dan ook graag eens horen wat er precies is
gebeurd. Ik heb het F.I.T. gecontacteerd om dit uit te vlooien. Ik kreeg daar te horen dat ik me
tot de mediaverantwoordelijke moest wenden. Voor Vlaamse volksvertegenwoordigers lijkt
de indiening van een vraag om uitleg me een betere handelwijze.
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Mijnheer de voorzitter, ik wil in eerste instantie mevrouw Moerman
bedanken voor het stellen van deze vraag om uitleg. Tijdens de allerlaatste zitting van de
vorige legislatuur heeft het Vlaams Parlement de door haar aangehaalde resolutie unaniem
goedgekeurd. Die resolutie is in feite een gevolg van het bezoek dat een delegatie van het
Vlaams Parlement op uitnodiging van de Koerdische regering aan Iraaks Koerdistan heeft
gebracht. Een viertal weken geleden hebben we de president van de Koerdische regering in
het Vlaams Parlement ontvangen.
Ik sluit me graag aan bij de vraag om uitleg van mevrouw Moerman. Tijdens de vorige
legislatuur heb ik van sommige ministers te horen gekregen dat ze vragen over het F.I.T.
eigenlijk niet konden beantwoorden. Het gaat immers om een agentschap. Voor Vlaamse
volksvertegenwoordigers is het problematisch geen vragen over extern verzelfstandigde
agentschappen te kunnen stellen. Ik ben dan ook blij dat ze deze vraag om uitleg heeft gesteld
en ik kijk uit naar het antwoord van de minister-president.
Voor het overige wil ik me tot het eerste punt van de resolutie beperken. Ik weet dat de
resolutie pas op 30 april 2009 is goedgekeurd en dat we ondertussen een regeringsvorming en
dergelijke achter de rug hebben. Zijn ondertussen al stappen gezet om te onderzoeken of en in
welke mate politieke contacten met de Koerdische regio in Irak kunnen worden gelegd?
De voorzitter: Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw Fientje Moerman: Ik wil even op de woorden van de heer Roegiers reageren. De
eerste vraag is of de Vlaamse Regering de door het Vlaams Parlement unaniem goedgekeurde
resolutie naar het F.I.T. heeft doorgestuurd. Dit heeft niets met het statuut van dit agentschap
te maken. De tweede vraag is wat het F.I.T. hiermee heeft gedaan. Dit zijn vragen die
sowieso kunnen worden gesteld.
Commissievergadering nr. C61 – BUI4 (2009-2010) – 8 december 2009
12
Tijdens de vorige legislatuur zijn hier heel andere vragen gesteld, zoals de vraag waarom een
bepaald persoon op die plaats en niet op een andere plaats zit. Die aangelegenheden behoren
tot de autonomie van de raad van bestuur.
Vragen of de Vlaamse Regering een unaniem goedgekeurde resolutie uitvoert, behoort wel
degelijk tot de bevoegdheden en het informatierecht van een Vlaams volksvertegenwoordiger.
Hetzelfde geldt voor de vraag wat een met overheidsgeld gefinancierd agentschap
hiermee heeft gedaan.
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst even op die laatste
opmerking ingaan. Mij lijkt het een goede zaak de vragen steeds aan de bevoegde minister te
stellen. De minister moet dan de informatie bij de al dan niet verzelfstandigde agentschappen
verzamelen. Vervolgens moet hij hier een antwoord op de gestelde vragen geven. Hij moet
hieraan toevoegen wie welke verantwoordelijkheid draagt en welke beslissingen heeft
genomen. Ook met betrekking tot de huidige legislatuur lijkt dit me een zeer wijze
handelwijze. Aangezien deze materie onder mijn bevoegdheden valt, zal ik trachten alle
vragen te beantwoorden.
Volgens mevrouw Moerman is Iraaks Koerdistan een vrij stabiele regio. Dat is natuurlijk
relatief. Indien mijn informatie klopt, vinden daar maandelijks gemiddeld 130 aanslagen
plaats.
Mevrouw Fientje Moerman: Mijnheer de minister-president, hebt u het dan over Iraaks
Koerdistan?
Minister-president Kris Peeters: Dat is me bevestigd.
Mevrouw Fientje Moerman: Ik denk dat dit getal op heel Irak slaat.
De heer Jan Roegiers: Het is in elk geval formeel onjuist.
Minister-president Kris Peeters: We zullen onze bronnen nakijken. Indien het daar rustiger
zou zijn, is dat natuurlijk des te beter.
Mevrouw Fientje Moerman: Mijnheer de minister-president, mag ik vragen naar de datum
van dat rapport?
Minister-president Kris Peeters: Die informatie komt uit The Economist van afgelopen
weekend. Het is mogelijk dat die gegevens achterhaald zijn. Dat is in feite niet het
belangrijkste element. Het is in elk geval niet zo eenvoudig. We zullen de nodige informatie
opzoeken en doorgeven. Volgens mevrouw Moerman gaat het om een relatief rustige regio.
We moeten krantenartikels natuurlijk met de nodige voorzichtigheid benaderen. We zullen dit
in elk geval natrekken.
De voorzitter: Misschien is wat verwarring ontstaan tussen Koerdistan, het gebied dat onder
controle van de Koerdische autonome regering staat, en het grotere concept Koerdistan,
inclusief het onrustiger randgebied.
Minister-president Kris Peeters: We zullen dat uitklaren. Het is in elk geval geen regio
waar niets gebeurt.
De vorige Vlaamse Regering heeft de vzw Koerdisch Instituut subsidies verstrekt. Die
subsidies zijn uitbetaald in het kader van het decreet betreffende het sociaal-cultureel werk.
Dit instituut levert waardevol werk voor de Koerdische gemeenschap en voor de andere
etnisch-culturele minderheden in en buiten Vlaanderen. Het instituut streeft naar de
bescherming en de bevordering van de rechten van personen die behoren tot een nationale,
etnische, religieuze of linguïstische minderheid in het Midden-Oosten en in een aantal andere
belangrijke regio’s. Het instituut tracht Koerden en andere etnische minderheden in België te
Commissievergadering nr. C61 – BUI4 (2009-2010) – 8 december 2009
13
helpen zich in de Belgische samenleving te integreren. Dit is een antwoord op de vraag over
het tweede punt van de resolutie. We nemen dit in elk geval ter harte.
Mevrouw Moerman heeft me gevraagd in welke mate er in de Koerdische autonome regio
opportuniteiten voor het Vlaams bedrijfsleven zijn en in welke mate het F.I.T. dit opvolgt. In
de in 2006 afgesloten beheersovereenkomst met het F.I.T. zijn een aantal duidelijke afspraken
en takenpakketten vastgelegd.
Wat de Koerdische autonome regio betreft, doet het F.I.T., net als Brussel Export, een beroep
op de Waalse tegenhanger l’Agence wallonne à l’Exportation et aux Investissements
étrangers (AWEX). De economische vertegenwoordiger van het AWEX volgt de Iraakse
markt vanuit zijn standplaat in Amman, de hoofdstad van Jordanië. Gezien de onzekere
politieke omstandigheden in Irak beperken zijn acties zich voornamelijk tot het beantwoorden
van vragen van bedrijfsleiders, het begeleiden van individuele bedrijven, de prospectie door
de economische vertegenwoordigers ter plaatse, het deelnemen aan beurzen die op de Iraakse
economie betrekking hebben en het aankondigen van beurzen, acties en handelsvoorstellen
die op Irak betrekking hebben. De vertegenwoordiger van het AWEX heeft bevestigd dat de
Koerdische autonome regio ongetwijfeld opportuniteiten biedt voor in Vlaanderen belangrijke
sectoren als de bouw- en infrastructuursector, de voedingssector, de gezondheidssector,
de energiesector en de transportsector.
In het licht van deze informatie heeft het F.I.T. gevolg gegeven aan de opdracht de marktopportuniteiten
in de Koerdische autonome regio te onderzoeken. Het F.I.T. heeft een eerste
kennismakingsgesprek gevoerd met de heer Kurda van de Koerdische vertegenwoordiging bij
de EU. Tijdens dit gesprek heeft het F.I.T. onderzocht of er een gedeelde interesse is om op
economisch vlak gezamenlijke acties te ondernemen. Deze contacten zullen in overleg met de
vertegenwoordiger van het AWEX, eenmaal hij weer in België is, worden voortgezet. Om het
Vlaams bedrijfsleven te promoten, heeft het F.I.T. tevens een catalogusstand op de Erbil
International Fair opgezet. Erbil is de hoofdstad van de Koerdische autonome regio en een
belangrijke business hub in de regio. We zijn daar, met andere woorden, wel degelijk mee
bezig.
Er is hier opgemerkt dat anderen blijkbaar sneller ageren. Ik ben niet van plan hier al mijn
gebreken op tafel te leggen. Ik heb geen geduld en ik heb altijd problemen met mensen die
sneller dan ik zijn. Indien de Nederlanders sneller zouden zijn, moeten we nagaan of we naar
een hogere versnelling kunnen schakelen. Indien de Nederlanders daar het mooi weer maken,
mogen wij zeker de kaas niet van tussen onze boterham laten eten. Dat mag niet gebeuren.
Volgend jaar wordt een cruciaal jaar voor de Koerdische autonome regio. Het wordt een
testjaar voor de stabiliteit van het nieuwe federale Iraakse model. In eerste instantie kijkt
iedereen uit naar de Iraakse parlementsverkiezingen, die in principe op 16 januari 2010 zullen
plaatsvinden. Op 8 november 2009 is in Irak een kieswet goedgekeurd.
Het is in dit verband belangrijk op te merken dat voor het erg begeerde Kirkoek een
specifieke werkwijze is bepaald. Kirkoek bevat olievoorraden. Iedereen kijkt hier met argusogen
naar. Sommigen willen hier immers beslag op leggen. Dit probleem heeft voor hevige
discussies over de samenstelling van de kiezerslijsten gezorgd. De specifieke werkwijze die
uiteindelijk in de kieswet is opgenomen, houdt in dat de stembusgang in Kirkoek op dezelfde
wijze als in de andere regio’s van het land zal worden georganiseerd. Indien zou worden
vastgesteld dat in de loop der jaren een aanzienlijke bevolkingstoename heeft plaatsgevonden,
zullen de stemmen, net als in de andere gecontesteerde gebieden, worden herzien.
Irak scoort zeer laag op de indicator ‘publieke stabiliteit’ van de Wereldbank. De zekere mate
van stabiliteit die in de Koerdische autonome regio heerst, is bijgevolg precair en relatief. We
moeten die informatie uit The Economist zeker nog even checken. (Opmerkingen)
Indien dit bericht niet zou kloppen, heeft het toch enig effect gesorteerd. Het is voor het
bedrijfsleven in elk geval negatief. Bedrijven worden door dergelijke berichten immers
Commissievergadering nr. C61 – BUI4 (2009-2010) – 8 december 2009
14
afgeschrikt om daar zaken te doen. Dit benadrukt de verantwoordelijkheid van de journalisten
die dergelijke berichten schrijven. Ik heb nog meer informatie over de politieke situatie, maar
ik veronderstel dat dit voor de leden van deze commissie algemene kennis is.
Ik zal nog even samenvatten wat volgens mij de meest relevante elementen van mijn
antwoord zijn. Het is de bedoeling de resolutie verder uit te voeren. Op het culturele vlak zijn
al stappen gezet. Aangezien de resolutie hier unaniem is goedgekeurd, zullen we verder in die
richting blijven werken. Het F.I.T. heeft afspraken met het AWEX gemaakt en heeft al de
nodige initiatieven genomen. We moeten nagaan of dit niet te traag verloopt. We gunnen
onze noorderburen veel, maar dit moet met mate gebeuren. We zullen in dit verband zeker de
nodige initiatieven nemen. We zullen binnenkort met die verkiezingen worden geconfronteerd.
Hopelijk zullen de resultaten een positief effect hebben op deze regio en op de rest
van het land.
De voorzitter: Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw Fientje Moerman: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik heb
u horen vertellen hoe de bevoegdheden verdeeld zijn binnen het F.I.T., wie wat opvolgt en
wat er in de afgelopen tijd is gebeurd.
Ik heb echter geen antwoord gehoord op mijn eerste vraag of men vanuit de Vlaamse
Regering uitvoering heeft gegeven aan de derde aanbeveling, namelijk er bij het F.I.T. op aan
te dringen om te bekijken welke opportuniteiten er zijn voor het Vlaamse bedrijfsleven.
Indien dat is gebeurd, zou ik graag weten wanneer en op welke manier.
Wat ik ook graag zou willen weten, is het volgende. Er is blijkbaar een kennismakingsgesprek
geweest met de heer Zana Kurda, en ik zou graag weten wanneer dat precies
plaatsvond. Is het recent of al van langer geleden?
De gebieden die u hebt opgesomd en waar nood is aan buitenlandse economische contacten,
investeringen en hulp, gezondheid, bouwinfrastructuur, voeding, energie en transport, zijn
inderdaad de domeinen waarvan de delegatie heeft gesproken tijdens haar officieel bezoek
aan dit parlement. Dat zit dus wel snor.
Als u begint met het citeren van The Economist over 130 aanslagen per maand, dan wil ik
erop wijzen dat hier in een vorige commissievergadering door meerdere mensen heel erg
werd aangedrongen op meer samenwerking met andere beleidsniveaus, met andere regio’s en
met andere entiteiten indien dat relevant is. Ik ben van mening dat we dit moeten doen. U
zegt ook dat we niet alles moeten geloven wat in de kranten staat, zelfs niet in
kwaliteitsbladen zoals The Economist. Een ander beleidsniveau dat vrij veel expertise bezit
betreffende landenrapporten, is Buitenlandse Zaken. Het zou misschien niet slecht zijn om,
wanneer men dergelijke informatie wenst, de automatische reflex te hebben om contact op te
nemen met Buitenlandse Zaken om te bekijken wat het meest recente landenrapport stelt en
om, indien dat al wat ouder is, ook met onze vertegenwoordiger ter plekke contact op te
nemen voor een precieze stand van zaken. Dat ligt meer voor de hand dan bekijken wat een
krant of een tijdschrift, hoe gezaghebbend dat ook is, erover vertelt.
U hebt gelijk dat Koerdistan heel belangrijk is, want 4 percent van de wereldolievoorraden zit
in Koerdistan. Het is dus een belangrijke regio, ook voor ons.
Wat het veiligheidsniveau betreft, hoop ik dat onze collega’s tijdens de vorige legislatuur niet
werden blootgesteld aan onnodige risico’s in een soort oorlogsgebied waar 130 aanslagen per
maand worden gepleegd. Als dat wel het geval is, dan is dit materie voor een vraag aan het
Bureau van het parlement om te weten te komen of de deelnemers een speciale verzekering
tegen oorlogsrisico’s hadden. (Opmerkingen van de heer Ludwig Caluwé)
De voorzitter: Mevrouw Moerman, ik wil in dit verband opmerken dat het bezoek van de
parlementsleden geen parlementair bezoek was; het was een bezoek van individuele
parlementsleden, maar het gebeurde niet op initiatief van dit huis.
Commissievergadering nr. C61 – BUI4 (2009-2010) – 8 december 2009
15
Mevrouw Fientje Moerman: Mijnheer Caluwé, te uwer informatie wil ik toch even
opmerken dat het feit dat zo’n verzekering bestaat, niet voldoende is. Voor elk vertrek moet
een nominatieve lijst van deelnemers worden opgegeven, want anders is er geen verzekering.
We gaan nog op handelsmissies naar regio’s waar het niet zo rustig is. Ik denk aan de
constante druk van sommigen om opnieuw op grote schaal handelsrelaties op een goed
niveau uit te bouwen in Congo. De algemene veiligheidstoestand is daar volgens mij slechter
dan in het overgrote deel van Iraaks Koerdistan.
Ik kreeg dus graag nog verduidelijking over het gesprek en de datum waarop de Vlaamse
Regering het verzoek van het Vlaams Parlement heeft overgemaakt.
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Mijnheer de voorzitter, ik wil me aansluiten bij wat u hebt gezegd,
want het was inderdaad geen officiële parlementaire delegatie, het betrof een uitnodiging
vanwege de Koerdische regering aan een aantal mensen die daarnaartoe zijn geweest.
Mijnheer de minister, ik wil heel formeel nog het volgende opmerken. Het zal inderdaad wel
in The Economist staan, laat daar geen twijfel over bestaan, maar die berichtgeving is
absoluut onwaar. Ik houd wel van een beetje avontuur, maar ik zou niet naar een land gaan
waar 130 aanslagen per maand worden gepleegd. Mijn informatie – en dat is ook de
informatie die in de resolutie werd opgenomen en die informatie is mijns inziens correct,
want we hebben verschillende bronnen geraadpleegd – is dat er sinds maart 2003 in de
Koerdische regio, Kirkoek buiten beschouwing gelaten, geen enkele aanslag meer werd
gepleegd. Ik wou dit vermelden voor het verslag.
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, ik zal me niet mengen in de reizen
die de parlementsleden, al dan niet als officiële delegatie, ondernemen. Ik ga ervan uit dat we
allemaal bezorgd zijn indien zij naar regio’s gaan waar hun leven bedreigd zou kunnen
worden, maar dit doet hier niet ter zake.
De berichtgevingen waar ik naar verwees, zijn toch niet onbelangrijk. In de resolutie staat dat
de veiligheidssituatie in niets te vergelijken is met andere grote delen van Irak en dat zal wel
juist zijn, omdat het daar misschien nog erger is. Laat ons hopen dat The Economist zich
zwaar vergist of dat het gebied waarover in The Economist wordt gesproken, niet gelijkloopt
met het gebied waarover de resolutie gaat.
Mevrouw Moerman, uw nieuwe uitdrukkelijke vraag ontgaat me even. Het derde punt van de
resolutie gaat over het feit dat moet worden onderzocht welke opportuniteiten de Koerdische
federale regio in Irak biedt voor het Vlaamse bedrijfsleven. Ik heb de tekst bij me. Er staat:
“(…) er bij F.I.T. op aan te dringen te onderzoeken welke opportuniteiten de Koerdische
federale regio biedt (…)”
Ik heb u gezegd dat men aan het zoeken is en men heeft initiatieven genomen om die
opportuniteiten in de Koerdische autonome regio na te gaan. Ik verwees naar het
kennismakingsgesprek, en daarvan zal ik u de datum later nog meedelen, want ik heb die niet
bij de hand, en naar de International Fair. Men is de opportuniteiten aan het bekijken, men
volgt dat op.
Wat mij betreft, wordt de resolutie heel ernstig genomen en voert men ook uit wat erin staat.
Ik weet niet uit het hoofd wanneer – als dat al is gebeurd – de resolutie werd overgemaakt aan
het F.I.T., maar ik veronderstel dat dit niet het punt is dat u wilt maken, maar wel dat er
serieus wordt gewerkt aan opportuniteiten voor het Vlaams bedrijfsleven in die regio. Ik heb
de elementen meegegeven die het F.I.T. heeft ontwikkeld. Misschien moeten we bijkomende
initiatieven nemen. Het F.I.T. zal er, als het van AWEX terugkomt, overleg over plegen en
bekijken wat we bijkomend nog kunnen doen. In die zin wordt de resolutie heel goed
ingevuld en opgevolgd.
Commissievergadering nr. C61 – BUI4 (2009-2010) – 8 december 2009
16
De voorzitter: Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw Fientje Moerman: Mijnheer de minister-president, ik had, behalve over de datum
van het kennismakingsgesprek, geen nieuwe vraag. In mijn oorspronkelijke vraagstelling heb
ik gezegd dat het voor een parlement in een verkiezingsjaar blijkbaar niet mogelijk is om op
systematische wijze na te gaan welke uitvoering wordt gegeven aan de resoluties van het
Vlaams Parlement. Anders is daar een overzicht van zodat we alles kunnen nagaan, nu niet.
Wat ik hier heb gehoord, is wat het F.I.T. heeft gedaan. Mijn doel was ook om te weten of het
zo is geweest dat in dit jaar, dat een beetje een speciaal jaar is geweest, ook systematisch
uitvoering wordt gegeven aan de resoluties van het Vlaams Parlement. Werd, ondanks het feit
dat er geen rapportering over is, de resolutie overgemaakt met het verzoek om die op te
volgen en zo ja, wanneer? Dat was mijn vraag. F.I.T. heeft een aantal zaken gedaan, dat is
heel juist, maar gebeurde dat in uitvoering van een verzoek, ja of neen? Ik wil graag
antwoord op deze vraag omdat wij als parlementsleden in een jaar als dit, anders niet de
mogelijkheid hebben om dat te weten, en het is belangrijk om dat te weten, want anders heeft
het niet veel zin dat het parlement unaniem resoluties goedkeurt.

De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, ik ga ervan uit dat de resoluties
van dit parlement altijd au sérieux worden genomen. In een jaar van verkiezingen is de
manier van werken anders, maar dan kunt u vragen stellen, zoals nu het geval is. Ik ga ervan
uit dat de opvolging is gebeurd. Ik moet even nagaan wanneer de International Fair
plaatsvond, voor of na april 2009. Als dat nadien gebeurde, dan ga ik ervan uit dat dit in
opvolging van de resolutie gebeurde. (Opmerkingen van mevrouw Fientje Moerman)
Uit respect van het parlement zeg ik dat dit in uitvoering van de resolutie gebeurde, maar het
belangrijkste is dat het gebeurd is. U stelt terecht dat wanneer u hier unaniem resoluties
goedkeurt, ze opgevolgd moeten worden door de uitvoerende macht en de agentschappen. U
hebt een punt. Bovendien moeten ze worden opgevolgd, zoals dat elk jaar gebeurt, met
uitzondering van het jaar waarin er verkiezingen zijn. Hier werden initiatieven genomen
nadat de resolutie werd goedgekeurd door dit parlement, en dus ga ik ervan uit dat dit alleen
maar door de positieve inbreng van het Vlaams Parlement is gebeurd. Dit gezegd zijnde, is
het belangrijk dat we verder initiatieven blijven nemen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.

F
E
E
D

B
A
C
K